

 Het mooiste 
Kerstverhaal !
 
 
Het mooiste 
Kerstverhaal !
 


Verteltijd: ca. 10 min.


Varenka
Een oud Russisch winterverhaal over door God gegeven bescherming.
 
Lang geleden woonde er ver weg in de bossen van Rusland een arme vrouw. Varenka 
heette ze. Haar kleine huisje lag diep weggedoken tussen de bomen en er kwam 
bijna nooit iemand. Het was helemaal van hout.
Varenka had alles wat ze nodig had: een tafel, stoelen en kastjes voor brood en 
kaas en lepels en vorken. In de hoek hing een icoon en Varenka zorgde altijd dat 
er vers geplukte bloemen bij stonden. 's Nachts sliep ze, zoals alle arme mensen 
in Rusland, heel dicht bij het haardvuur.
Varenka woonde tevreden in haar kleine huisje. Maar toen kwamen er op een dag 
mensen naar haar toe, die opgewonden riepen: "Varenka, snel, we moeten vluchten! 
In het westen is er een verschrikkelijke oorlog. De soldaten komen iedere dag 
dichterbij. Pak alles wat je hebt bij elkaar en vlucht met ons weg voordat er 
iets met je gebeurd!"
Varenka schrok. Oorlog! Soldaten! Ze werd bang. Toch zei ze tegen de mensen: 
"Wie moet de vermoeide zwervers te eten geven, als ik met jullie meega? Wie zal 
de kinderen die in het bos verdwaald zijn onderdak geven? En wie zal er voor de 
dieren en de vogels zorgen als de winter komt met sneeuw en ijs? Nee, ik moet 
hier blijven. Maar jullie moeten je haasten en snel verder gaan. God zal jullie 
beschermen!"
Snel gingen de mensen weer op weg. Varenka bleef alleen achter. Ze stond 
doodstil en luisterde. "Ja, nu hoor ik het gerommel van de kanonnen," fluisterde 
ze, "nu zijn ze nog ver weg, maar morgen kunnen ze al hier zijn. Och, och, wat 
zal er dan met mij gebeuren?" Varenka deed de grendel op de deur. Toen knielde 
ze voor de icoon en bad tot God: "Bouwt U alstublieft een muur om mijn huisje, 
dan kunnen de soldaten mij niet zien!" Het werd avond. De kanonnen hielden hun 
boze mond en overal in het bos was er vrede. De vogels zongen nog een poosje, 
maar toen staken ze hun kopjes onder hun vleugels. De duiven koerden en de 
nachtegalen zongen. Maar God kwam niet en niemand bouwde een muur om Varenka's 
huisje.
De volgende dag ging Varenka naar het bos om hout te sprokkelen. En weer hoorde 
ze in de verte het gerommel van de kanonnen.
"Och, och," zuchtte ze, "vandaag zijn ze al veel dichterbij gekomen. Wat zal er 
met mij en mijn huisje gebeuren?"
Tegen de avond keerde ze met veel sprokkelhout naar huis terug. Toen ze nog maar 
net thuis was, klopte er iemand op de deur. Buiten stond een oude man met een 
geit. Varenka kende hem wel, het was Pjotr, de geitenhoeder. "Waarom ben je niet 
thuis bij je geiten en je ganzen en schapen?"
Pjotr antwoordde: "Mijn hut is afgebrand, Varenka, en de soldaten hebben me 
alles afgenomen, behalve deze geit die met mij kon ontsnappen. Mogen we 
alsjeblieft bij jou komen wonen? We weten niet meer waar we heen moeten gaan. 
Het zal gauw helemaal donker zijn en dan eten de wolven ons allebei op."
Varenka nam Pjotr en de geit bij zich in huis. Ze liet hen gezellig bij het vuur 
zitten en gaf hen lekkere warme soep. Toen bad ze nog eens tot God: 
"Alstublieft, kom snel, en bouw een muur om mijn huisje, dan gaan de soldaten 
voorbij en dan kunnen ze Pjotr en mij en de geit niet zien!"
Het werd nacht. De kanonnen hielden weer hun boze mond en alles was stil. De 
bloemen vouwden hun blaadjes samen. De kleine dieren zochten een warm plekje in 
de bomen en in hun holen en sliepen in.
Maar God kwam niet om een muur te bouwen om Varenka's huisje. De volgende morgen 
vroeg ging Varenka weer naar het bos. Ze zocht de hele dag paddenstoelen en 
kruiden. 's Middags zag ze een jongeman, die in een holle boom lag te slapen.
"Wordt wakker!" riep Varenka. "Wordt wakker! Hier kun je niet slapen! De 
soldaten zullen je vinden en meenemen. Hoor je niet het gerommel van de 
kanonnen? Ze zijn al heel dichtbij!"
De jongeman antwoordde: "Waar je de kanonnen hoort, daar kom ik vandaan. Alles 
is kapot gemaakt. Dorpen en velden zijn afgebrand. Ik vluchtte het diepe bos in 
en ik vond tenslotte een schuilplaats in een holle boom."
"Arme jongen," zuchtte Varenka, "kom maar met mij mee, ik zal je eten en 
onderdak geven."
Zo ging Stjepan met Varenka mee naar huis. Hij was een schilder. In de ene hand 
droeg hij een schilderij en in de andere hand een pot met een witte bloem. Dat 
was alles op de wereld wat hij nog had.
Toen Stjepan, Pjotr en Varenka het avondeten gegeten hadden, baden ze samen, en 
in haar hart zei Varenka: "Alstublieft, lieve God, kom snel en bouw een muur om 
mijn huisje. Dan zullen de soldaten ons niet vinden, Stjepan niet en Pjotr niet 
en mij niet."
De hele nacht was er vrede in het bos. Alleen de roep van een uil was soms te 
horen en het gehuil van de wolven. Tegen de morgen keek Varenka uit het raam, 
maar er stond nog geen muur om haar huisje. Toen werd Varenka bang.
Die dag deed Varenka veel hout op het vuur om brood en koeken te bakken. Toen ze 
bezig was het deeg klaar te maken, hoorde ze iemand zachtjes huilen. Ze keek uit 
het raam en zag een klein meisje dat erg verdrietig was. Ze hield een duif in 
haar armen.
"Lieve kind," zei Varenka, "waar kom je vandaan en wat doe je hier in het bos? 
Hoor je niet het verschrikkelijke lawaai van de kanonnen? Waarom ben je niet 
thuis bij vader en moeder?"
"O, moedertje," snikte het meisje, "ik ben helemaal alleen. Mijn duif is alles 
wat ik heb. Mijn vader en moeder ben ik kwijt geraakt op de vlucht. Toen ben ik 
het bos in gerend en bij u rook het zo heerlijk naar vers brood. Daar heb ik 
honger van gekregen."
"Kom binnen, kind. We zijn hier samen een kleine familie en daar ben jij nu de 
jongste van. Je mag bij ons blijven tot we je ouders teruggevonden hebben."
Zo kwam Bodula in het huisje van Varenka terecht. Varenka gaf haar brood en thee 
en koeken. En de duif pikte tevreden de kruimeltjes op die Bodula voor haar 
neerstrooide. De hele dag hoorden ze alle vier de kanonnen tekeer gaan. De hele 
dag waren ze bang. Tenslotte nam Pjotr zijn balalaika en begon te spelen. 
Stjepan, Pjotr, Bodula en Varenka zongen er Russische liedjes bij.
Toen de avond viel en de maan opkwam, bracht die muziek vrede in hun hart. Die 
nacht baden ze nog eens en Varenka zei: "Alstublieft, lieve God, komt u deze 
nacht en bouw een muur die zo hoog is, dat geen soldaat mijn huisje kan zien. 
Dan zijn we gered, het meisje en haar duif, de schilder en zijn bloem, de oude 
man met de geit en ik. Maar ik ben bang dat het al bijna te laat is; morgen 
zullen de soldaten hier zijn en dan zijn we allemaal verloren."
Ook deze nacht was het helemaal stil. Maar als je goed luisterde, was er toch 
een zacht ruisen rondom Varenka's huisje. Varenka deed voorzichtig de luiken 
open en ze zag dat het sneeuwde. Er was al zoveel gevallen, dat de sneeuw tot 
het venster kwam. Varenka deed de luiken weer dicht. Toen knielde ze neer en 
dankte God.
Het bleef maar sneeuwen en sneeuwen. Het sneeuwde de hele lange nacht en de 
sneeuw kwam hoe langer hoe hoger en toen het licht begon te worden was Varenka's 
huisje helemaal ondergesneeuwd. 's Middags kwamen de soldaten. Met veel lawaai 
trokken ze het bos door op zoek naar vijanden. De vier mensen in het kleine 
huisje zaten bang en stil bij elkaar. Toen waren de soldaten heel dicht bij het 
huisje maar... ze gingen voorbij! Ze hadden het huisje van Varenka niet gezien 
omdat het diep verstopt lag in de sneeuw. Stjepan, Pjotr, Bodula en Varenka 
dankten God dat hij hen gered had.
De soldaten trokken verder en er was geen oorlog meer daar in Rusland. Toen de 
sneeuw wegsmolt, gingen Varenka, Pjotr, Stjepan en Bodula het huisje uit naar 
buiten. De duif fladderde vrolijk van boom tot boom. De geit maakte dolle 
sprongen en Stjepan zette zijn bloem naast de deur in de grond.
De lente kwam. Bodula vond haar vader en moeder terug en ging weer met ze mee 
naar hun eigen dorp. De geit kreeg een klein geitje. En uit de zaadjes van de 
witte bloem groeiden nieuwe bloemen. De duif vloog overal heen om iedereen te 
vertellen dat het weer vrede was geworden. En omdat hij nu eenmaal een 
kunstenaar was, schilderde Stjepan een paar schilderijen om de geschiedenis te 
vertellen van de muur die God om Varenka's huisje had gebouwd.
* * * EINDE * * *
--------------------------------------------------------------------------------
Bron: www.beleven.org
Fijne feestdagen en een gelukkig nieuw jaar !

