| Was de broccoli 
			en maak hem schoon; verdeel grote rozen in kleineroosjes en snijd de stronkjes in plakjes. Kook de broccoli met 
			weinig
			water en zout in ± 10 minuten zachtjes gaar.
 Kook intussen de krieltjes met weinig water en zout in ± 8 minuten 
			gaar.
 Smeer de biefstukjes in met mosterd.
 Verhit in een koekenpan de boter en bak de biefstukjes in 3-4 
			minuten
			bruin; keer ze halverwege.
 Giet de krieltjes af, schep de room erdoor en verwarm ze al 
			omscheppend
 op hoog vuur tot het vocht is verdampt en de krieltjes door een dun
			laagje room zijn omhuld.
 Bestrooi ze met zout, peper en paprikapoeder.
 Giet de broccoli af.
 Schep de biefstukjes op de borden en bestrooi ze met zout en peper.
 Roer de Grand Marnier door het achtergebleven bakvet en roer de 
			aanbaksels los.
 Schenk de jus over de biefstukjes 
			en schep de krieltjes en de
			broccoli ernaast.
 
 |