Uitleg !

Koekjes maken:

Gebruik koude boter. Als de boter warm is, is het deeg te plakkerig en moeilijk te verwerken.
Kneed het deeg niet te luchtig.
Rol het deeg uit tussen plastic folie. Zo blijft het niet aan het aanrechtblad en de deegroller plakken.
Wil je ronde koekjes? Maak dan rollen van het deeg. Leg ze 20 minuten in de koelkast en snijd er plakjes van.
Wil je koekjes maken met vormpjes? Zet het deeg in de koelkast. Rol het deeg uit tot een deeglap van ongeveer 1 cm dik. Druk er de vormpjes uit. Als het deeg te plakkerig wordt, zet het dan weer even in de koelkast.
Heb je geen deegroller? Maak een fles goed schoon en gebruik deze als deegroller.
Deegvormpjes maken. Heb je geen deegvormpjes? Maak van stevig papier sjablonen. Leg deze op de deeglap en trek het over met een mesje.
Maak koekjes van maximaal 1 cm dik.
Koekjesdeeg kun je prima invriezen.
Leg de koekjes niet te dicht bij elkaar op de bakplaat. Koekjes lopen uit tijdens het bakken.
Koekjes komen na het bakken nog zacht uit de oven. Laat ze even liggen, voordat je ze van de bakplaat haalt.
Laat de koekjes goed afkoelen en bewaar ze in een gesloten koektrommel. De koekjes blijven een paar dagen goed.
Gebruik geen vloeibare boter voor koekjesdeeg. Vloeibare boter is niet geschikt voor het bereiden van koekjes- en appeltaartdeeg. Wel voor cakebeslag.
 

 

Voor morgen snoep lekker !