Het mooiste Kerstverhaal !
Verteltijd: ca. 8 min.
Luchtpost voor de kerstman
Een kerstverhaal over een jongen die zijn wensen per ballon verstuurd.
Martijn en zijn moeder woonden in een dorpje hoog in de bergen. Ze waren arm.
Martijn had geen vader. Martijns moeder was naaister, maar in zo'n klein dorp is
er niet veel naaiwerk. Martijn ging elke dag na school naar het bos om hout te
sprokkelen dat hij kon verkopen. Toch hadden ze maar net genoeg geld voor wat ze
echt het allernodigst hadden.
Op een avond kwam de bakkersvrouw haar nieuwe rok halen. Ze legde drie
geldstukken voor Martijns moeder op tafel en een boekje voor Martijn. "Het is
maar een oude agenda. Maar er staan mooie plaatjes in."
"Dank u wel!" zei Martijn blij. Hij ging met het boekje bij het flakkerende
lampje zitten en bekeek de plaatjes. Het plaatje bij de maand december vond hij
het mooist. Elk jaar komt de kerstman met zijn rendierslee vanaf de noordpool
naar ons toe. Hij brengt cadeautjes mee voor alle lieve kinderen, stond eronder.
Voor alle lieve kinderen? Ben ik dan niet lief geweest? vroeg Martijn zich af.
Ik heb nog nooit een cadeautje van de kerstman gekregen.
"Mama, wat voor cadeautjes brengt de kerstman?" vroeg hij.
"Ik geloof dat hij geeft wat de kinderen graag willen hebben," antwoordde zijn
moeder. Ze wreef in haar ogen. "Ik zou best een nieuwe lamp willen hebben. Dan
zou ik beter licht hebben om bij te naaien. Kom Martijn, we gaan slapen."
Maar Martijn sliep helemaal niet lekker. Hij moest de hele tijd aan de kerstman
denken. Misschien had de kerstman hem nog nooit een cadeautje gebracht omdat hij
niet wist wat Martijn wilde hebben. Dat kon toch? Maar hoe moest Martijn de
kerstman laten weten wat hij graag wilde hebben? Ach, het had ook allemaal geen
zin. Verdrietig trok Martijn de deken over zijn hoofd.
De volgende ochtend kwam Martijn Dirk, de voerman tegen. "Ik heb wat voor je
meegebracht," fluisterde Dirk geheimzinnig. Hij hield iets achter zijn brede rug
verstopt. "Wat dan? Een snoepje? Of een paardje van houtsnijwerk?" raadde
Martijn. "Fout! Helemaal fout!" lachte Dirk. Op dat moment ging achter hem bol
en rood de maan op. "Een ballon!"
"Die heb ik op de kermis in Urma voor je gekocht," vertelde Dirk. "En er zit
speciale lucht in, waardoor hij kan vliegen."
Voorzichtig pakte Martijn het touwtje vast. Hij was er stil van. Dirk streek
Martijn door zijn haar. Toen klom hij weer op zijn slee.
Dolblij met zijn mooie ballon liep Martijn weg. Die middag sprokkelde hij geen
hout. Hij zat op het hek om de schapenwei en keek naar zijn ballon. Hij kon zijn
ogen er niet van afhouden. Zo rood als de jas van de kerstman en zo rond als
zijn buik. En hij danste zo mooi in de wind! Als Martijn het touwtje los zou
laten, zou hij tot in de hemel vliegen. Of naar de noordpool. Opeens begon
Martijns hart sneller te kloppen. Misschien kon de ballon zijn wensen naar de
kerstman brengen! Martijn sprong van het hek en liep naar huis. Daar scheurde
hij voorzichtig een blaadje uit zijn schoolschrift. Hij schreef een lange brief:
Lieve kerstman,
Ik heet Martijn en ik ben acht jaar.
Ik heb een plaatje van u in een agenda gezien en ik heb een paar wensen. Wilt u
alstublieft een lamp voor mijn moeder brengen? En ik zou graag warme laarzen
willen hebben. Mijn schoenen zijn zo koud in de winter. En graag ook warme
handschoenen. De mijne zijn zo dun geworden.
Als ik maar één ding mag vragen, brengt u dan de lamp alstublieft.
Ik hoop dat u mij kunt vinden.
Ik woon in Strenca op de berg.
Kom alstublieft!
Uw Martijn.
Martijn vouwde de brief op en bond hem aan het touwtje van de ballon. Toen klom
hij de berg achter het dorp op, helemaal tot de top.
Lang staarde Martijn in de verte. Waar zou de noordpool zijn? Moest hij zijn
prachtige ballon nu echt laten gaan? Maar het was de enige manier om zijn brief
bij de kerstman te krijgen. Martijn keek nog een keer of de knoopjes allemaal
goed vast zaten. Toen drukte hij een kus op de dikke wang van de ballon en liet
hem los.
Maar de koude bergwind blies niet naar het noorden. Hij kwam juist uit het
noorden, en hij blies Martijns ballon naar het zuiden. Over bossen, bergen en
dalen tot aan de zee. Aan de rand van een grote stad had de ballon niet genoeg
kracht meer om verder te vliegen. Hij zweefde langs een dak naar beneden en kwam
in een tuin terecht.
Even later kwam de oude Thijs uit zijn huisje. Hij zag de leeggelopen ballon.
"Wat is dat voor rommel," bromde hij. Thijs was vaak brommerig sinds zijn vrouw
gestorven was. Dat kwam doordat hij zich zo eenzaam voelde. Toen zag Thijs
Martijns brief. Hij vouwde hem open en las hem. "Hij wil wat van de kerstman
hebben," snoof de oude man. "Ha! Wat verbeeldt die verwende aap zich wel! Wensen
heb ik ook!" Thijs verfrommelde de brief en gooide hem in de vuilnisbak.
Maar die nacht sliep Thijs niet goed. Hij moest steeds aan de kerstman denken.
Hij had vroeger ook wensen gehad, kinderen, kleinkinderen - en toch was hij
helemaal alleen. En die Martijn was misschien toch niet zo'n verwend kereltje.
Laarzen, handschoenen en een lamp voor zijn moeder. Welk kind vroeg nou zulke
dingen aan de kerstman?
Heel vroeg in de ochtend stond Thijs op. Hij haalde Martijns brief weer uit de
vuilnisbak. Strenca. Waar lag dat eigenlijk?
Twee dagen later stond er een wonderlijke, oude man op het station van Urma. Hij
had een rode jas aan en hij had een zak vol pakjes bij zich. Boven zijn hoofd
danste een rode ballon. "Hoe kom ik in Strenca?" vroeg de wonderlijke oude man.
"Daar kun je nu alleen met een paardenslee komen," antwoordde de stationschef.
"Hé, Dirk, kom eens hier. Deze heer wil naar Strenca."
Een paar uur later werd er bij Martijn op de deur geklopt. En toen kwam de
kerstman binnen. Echt, heus waar - de kerstman! Hij had met bont gevoerde
laarzen en heerlijk warme wanten voor Martijn bij zich. En een lamp die veel
licht gaf voor Martijns moeder. Fruit en snoepgoed. En de prachtige kerstballon
had hij ook teruggebracht!
De kerstman bleef de hele nacht bij Martijn. Hij hield zijn hand vast tot hij in
slaap gevallen was. Daarna praatte hij heel lang met Martijns moeder.
Toen het de volgende ochtend licht werd, laadden ze een bundel kleren, de nieuwe
lamp en de naaimand op Dirks slee. Toen gingen ze naar het station van Urma.
Nu wonen Martijn en zijn moeder bij Thijs. Elke dag speelt Martijn na school in
de tuin. De oude Thijs kan weer lachen en Martijn en zijn moeder noemen hem
'opa'.
Elk jaar als het Kerstmis wordt, kopen Martijn, zijn moeder en Thijs een rode
ballon. Dan schrijven ze de kerstman een bedankbrief en binden hem aan het
touwtje. Daarna laten ze de ballon vliegen - over dalen, bergen en bossen naar
de noordpool.
* * * EINDE * * *
|
--------------------------------------------------------------------------------
Bron: www.beleven.org
Fijne feestdagen en een gelukkig nieuw jaar !