6 grote
aardappels, 3 eetlepels olie, circa 500 gram kabeljauwfilet (vers of
uit de diepvries), 4 eetlepels bloem, zout en versgemalen peper, 3
eieren, 8 eetlepels broodkruim of paneermeel, olie om te bakken, 4
eetlepels mayonaise, 3 eetlepels piccalilly, tomatenketchup |
Voorbereiding:
Borstel de aardappelen met de schil zorgvuldig schoon onder de kraan
en snijd ze in de lengte in 6 tot 8 parten. Doe de aardappelparten
in een kom en gier er olie over. Meng goed met de hand, zodat de
aardappelparten rondom met olie zijn bedekt. Snij de ontdooide
kabeljauw in sticks van circa 8 cm lang en 3 cm breed. Schep de
bloem in een diep bord en roer er wat zout en peper door. Klop de
eieren los in een kom. Schep het broodkruim of het paneermeel in een
diep bord. Haal de vissticks eerst door de bloem, dan door het ei en
tenslotte door het broodkruim of het paneermeel. Druk het
paneerlaagje stevig aan.
Bereidingswijze:
Verwarm de oven voor op 220 graden Celsius. Bekleed de bakplat met
bakpapier en leg de aardappelparten naast elkaar op de bakplaat.
Schuif ze 15 minuten in de voorverwarmde oven, keer ze halverwege de
tijd om en bestrooi ze met wat peper en zout. Verhit intussen een
laagje van een paar centimeter olie in de wok of de koekenpan en bak
de gepaneerde vissticks zo nodig in meerdere porties, in circa twee
minuten per kant goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Roer
voor de saus de mayonaise en de piccalilly door elkaar en zet de
ketchup op tafel. Traditioneel bij dit gerecht zijn doperwtjes die
worden gestoofd met een gefruit uitje.
|