1 sjalotje
2 teentjes knoflook
5 takjes peterselie
1 theelepel zout
peper
2 theelepels Italiaanse kruiden (Silvo)
1 theelepel citroenrasp (Baukje)
2 1/2 dl rode wijn
4 eetlepels olijfolie
1 rosbief van ca. 1 kg
1 zakje walnoten (45 g, Baukje)
1 zakje witte amandelen (45 g, Baukje)
50 g boter
1/8 liter slagroom |
Pel en snipper het
sjalotje en doe de sjalotsnippers in een kom.
Pel de knoflook en pers die erboven uit.
Knip de peterselie erboven fijn.
Voeg het zout, de peper, de Italiaanse kruiden, citroenrasp, 3
eetlepels olijfolie en de rode wijn toe.
Leg de rosbief erin en laat die minstens 3 uur afgedekt in de
koelkast marineren (af en toe keren).
Maal de walnoten en de amandelen in een rauwkostmolen fijn.
Neem de rosbief uit de marinade en dep hem droog.
Verhit in een braadpan de boter met 1 eetlepel olijfolie en bak de
rosbief in ± 10 minuten rondom bruin.
Braad met het deksel schuin op de pan de rosbief in ca. 30 minuten
rose (regelmatig keren).
Laat intussen in een een wijde pan de marinade op een hoog vuur tot
de helft inkoken.
Neem de rosbief uit de pan, leg hem op een plank, dek af met
aluminiumfolie en laat hem ca. 10 minuten rusten.
Zeef intussen de ingekookte marinade boven het braadvocht en roer er
de gemalen noten en de slagroom door.
Laat de saus ca. 5 minuten zachtjes koken tot hij goed van dikte is.
Snijd de helft van de rosbief in dunne plakken, leg die op een warme
schaal (bewaar de andere helft in de koelkast voor morgen) en schenk
er een beetje saus over.
Houd 6 eetlepels saus achter voor de volgende dag.
Doe de rest van saus over in een sauskom en geef die er apart bij.
Lekker met sperziebonen en lintmacaroni. |