Snijd de plakjes
spek in smalle reepjes. Haal de puntjes van de peultjes af. Pel en
knijp de teentjes knoflook fijn.
Bestrijk de schnitzels aan beide kanten met een beetje margarine en
de knoflook (gebruik hiervoor een kwastje of de achterkant van een
lepeltje). Bestrooi ze met peper en zout.
Verhit ½ eetl. margarine in een koekenpan en bak hierin de
katenspekreepjes op een hoog vuur bruin. Schep ze uit de pan op
keukenpapier. Leg de schnitzels in de hete pan (er hoeft geen extra
margarine gebruikt te worden) en bak ze in 10-12 minuten om en om
bruin en gaar.
Kook ondertussen de krieltjes in een laagje water 10 minuten.
Afgieten. Schep er 1 eetl. margarine en de peterselie door. Kook ook
de peultjes in ruim kokend water 3-4 minuten tot ze gaar maar nog
wel een beetje stevig zijn (beetgaar). Afgieten en mengen met de
gebakken spekreepjes. Maak de saus volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Verdeel de peultjes met katenspek en de krieltjes over 4 borden. Leg
de kalkoenschnitzels ernaast en schep de lente ui-knoflooksaus over
de peultjes.
Variaties:
Vervang de peultjes door sperziebonen, snijbonen of tuinbonen.
|