Zeef de bloem
met het zout in een grote kom.
Snij de boter in blokjes op de bloem.
Verdeel de boter met behulp van een deegmenger door de bloem tot er
een grof korrelig mengsel ontstaat.
Maak een kuiltje in het midden van het bloem/botermengsel en giet er
het koude water in. Kneed snel tot een samenhangende bal. Niet te
lang kneden, het deeg moet kruimelig blijven, anders wordt het
kruimeldeeg bij het bakken te hard.
Verpak de deegbal in huishoudfolie en laat minstens 1 uur in de
koelkast rusten.
Blindbakken:
Bij een vulling met een hoog vochtgehalte is het nodig om het
kruimeldeeg voor te bakken (blindbakken) anders wordt het deeg niet
krokant.
Rol het deeg lichtjes uit op een bebloemd werkblad. Bekleed er een
ingevette en met bloem bestoven taartvorm mee (De randjes mooi
aandrukken. Om het deeg van de plank naar de vorm te verplaatsen
zonder dat het breekt, kun je de deegroller gebruiken. Rol het deeg
een stukje om de roller en til het voorzichtig op.) en prik
verschillende keren in de bodem met een vork. Zet de vorm 20 à 30
min in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Leg een stuk bakpapier in de vorm en verzwaar met bv droge
peulvruchten om te voorkomen dat het deeg tijdens het bakken gaat
rijzen.
Zet de taartvorm 10 min in de oven.
Verwijder het bakpapier en peulvruchten.
Vul de taartbodem met de gewenste vulling en bak verder af zoals
aangegeven in het gekozen recept. Belangrijk : zet de gevulde
taartbodem altijd direct in een voorverwarmde oven, anders dringt
het vocht van de vulling in de taartbodem en kan deze niet meer
krokant gebakken worden.
|