Voorbereiden:
Breng de wijn met de suiker, het in de lengte gesplitste
vanillestokje, de kruidnageltjes, de kaneel, de zonder het wit dun
afgesneden citroenschil en het citroensap aan de kook. Draai het
vuur laag en laat circa 15 minuten trekken. Schil de appels, halveer
ze in de lengte en steek er met een balletjesuitsteker de klokhuizen
uit. Leg de appelhelften naast elkaar in een passende lage pan, giet
er het wijnmengsel over en voeg zoveel water toe dat de appels net
onder staan. Breng aan de kook, draai het vuur laag en houd circa 10
minuten tegen de kook. Laat de appelhelften in het pocheervocht
afkoelen, schep ze uit de pan en laat het vocht inkoken tot er nog
circa 2 dl over is. Zeef het vocht. Schraap met de botte kant van
een mes het zwarte merg uit het vanillestokje en roer met de
Calvados door het ingekookte vocht.
Bereiden:
Doe de eierdooiers in een ronde kom en klop er met een garde of met
de mixer het ingekookte pocheervocht van de appels door. Zet de kom
op een pan met water dat net tegen de kook is en zorg dat de bodem
van de kom het water niet raakt. Klop met de mixer of de garde circa
10 minuten tot het een dikke luchtige saus is. Halveer de
appelhelften in de lengte en snijd ze waaiervormig in. Verdeel ze
over de bordjes, schep er de sabayon naast en garneer desgewenst met
een groen blaadje.
|