Kook de
boerenkool.
Kook de boerenkool in 15 minuten gaar.
Bak de paprika en de spekreepjes.
Fruit de ui in de boter in een hapjespan en bak de paprika en
spekreepjes gedurende 5 minuten mee.
Bereid de rookworst.
Verwarm de rookworst volgens de aanwijzingen op de verpakking of de
instructies van de slager.
Bereid de puree.
Bereid de puree volgens de aanwijzingen op het pakje. Roer de ui,
paprika en het spek met het bakvet door de puree.
Meng de ingrediënten.
Snijd de rookworst in blokjes. Giet de boerenkool af en laat
uitlekken. Meng de rookworst en de boerenkool door de puree. |