Schil de wortel, snijd
hem met een scherp mes in de lengte in minstens 8 dunne
plakken en blancheer die ± 1 minuut in kokend water met zout en
suiker.
Bestrooi de filets met wat zout en rol ze op.
Leg de visrolletjes op de zijkant en omwikkel ze met de wortelrepen;
snijd de
wortelrepen zo nodig op de goede lengte af.
Hak de sjalotjes fijn.
Leg de helft van de sjalotjes op de bodem van een vuurvast beboterd
schaaltje, voeg er de wijn bij en leg de visrolletjes erop en wel
zo, dat de
naad van de ene wortelrol goed tegen een ander rolletje ligt, anders
gaan ze
met gaar worden los.
Bedek alles met aluminiumfolie en laat de rolletjes in een hete oven
(200ºC)
in ± 15 minuten gaar worden.
Schil voor het sausje 2 sinaasappels zo dik dat al het wit is
verdwenen.
Snijd van 1 1/2 sinaasappel het vruchtvlees in partjes tussen de
vliezen uit.
Pers de rest van de sinaasappels uit en laat de rest van de
sjalotten samen
met de wijnazijn, het sinaasappelsap en 1 bekertje slagroom iets
inkoken.
Roer er dan op klein vuur klontje voor klontje de koude boter door.
Hak de bieslook fijn en voeg die aan de saus toe.
Maak de saus eventueel met wat zout en/of pepers af.
Verdeel de saus over 4 verwarmde bordjes, leg de visrolletjes in de
saus en garneer ieder bordje met partjes sinaasappel en sprietjes
bieslook.
|